Vancouver blog #6: Heatwave
Het is mensen in Nederland niet ontgaan dat het in West Canada de afgelopen weken ongebruikelijk warm was. Zeg maar gerust bloedheet. Vancouver ligt aan de kust en heeft een gematigd klimaat, dus het is er eigenlijk nooit zo warm. En daar is de stad dan ook niet op ontworpen.
Prachtig glazen woontorens
Vancouver staat bekend om zijn hoogbouw met grote glaspartijen, die ervoor zorgt dat de woningen licht en ruim aanvoelen en dat daglicht gereflecteerd wordt tot op straatniveau. Mede hierdoor staat de stad bekend om zijn hoge levenskwaliteit.
Broeikassen
Tijdens de hittegolf blijkt dit voordeel echter ook een nadeel: door het vele glas zijn deze woningen een broeikas geworden. En omdat er veelal geen koeling in de gebouwen is opgenomen, is het er niet uit te houden. Ik hoor om me heen verhalen over huisdieren die zijn overleden door oververhitting, omdat niet konden ontsnappen aan de warmte.
De huidige manier van bouwen blijkt niet geschikt om deze extreme temperaturen op te vangen. De gebouwen zijn eenvoudigweg niet in staat de warmte buiten te houden.
Slapen in de kelder
Ook bij ons thuis kwam de temperatuur ’s nachts niet onder de 34 graden. En er stond geen zuchtje wind. Veel gezinnen die we kennen gingen met z’n allen in de kelder slapen; de enige plek waar het nog enigszins te doen was.
De school van de kinderen ging twee dagen voor het begin van de zomervakantie dicht, omdat er ook hier geen koeling was en het daardoor onverantwoord was om de kinderen nog op te vangen. De laatste werkdagen voor de vakantie waren daardoor een beetje chaotisch, maar het vooruitzicht dat we de koelte van het water op zouden gaan zoeken, maakte veel goed.
Desolation
Onze vakantie begon met een kayaktocht in Desolation Sound, een natuurgebied zo’n 250 km ten noordwesten van Vancouver. Dit is een kustgebied en bestaat uit kleine eilandjes, met bos en een rijk zeeleven. Er komen beren, zeehonden, orka’s en andere soorten walvissen voor.
Het water in het gebied is relatief warm omdat de getijdenstromen vanuit het noorden en het zuiden van Vancouver Island er elkaar ontmoeten en het water daardoor veel tijd heeft om op te warmen.
Back to nature
In het gebied zijn – middenin de wildernis – een aantal kampeerplaatsen gemaakt met een vlonder voor je tent, een outhouse (toilet zonder water), een picknicktafel en een bearproof box voor de opslag van voedsel. Onder leiding van een gids gingen we met zeekayaks een aantal dagen doorbrengen in de wildernis. Back to basic dus; alle kampeerspullen en voedsel namen we mee in de kayaks.
Gekookt in zee
Het eerste dat opviel bij aankomst in de haven, was dat de zee bij laag water erg stonk. Na ons vertrek met de kayaks merkten we ook dat er nauwelijks zeesterren en krabben te zien waren. Het bleek dat de gevolgen van de hittegolf ook hier zichtbaar en vooral ruikbaar waren; veel schelpdieren als mossels en oesters waren bij laag water letterlijk gekookt in hun schelp. En de dieren die zich kunnen verplaatsen, zoals zeesterren en krabben, waren gevlucht naar diepere wateren.
In de loop van onze tocht – met het wegtrekken van de ergste hitte – kwamen er gelukkig steeds meer tevoorschijn en werd de stank minder. Maar dat een hittegolf zo’n impact heeft op het zeeleven, had ik nooit eerder zo duidelijk gezien.
Klimaatverandering
Na de vakantie hoorden wij het nieuws over het bijna geheel afbranden van het plaatsje Lytton, waar het daags voor onze vakantie een aantal dagen aaneen bijna 50 graden was.
Blijkbaar is een vonk van een langsrijdende trein in het gortdroge gras terechtgekomen en heeft een brand veroorzaakt die niet meer te stoppen was. Er wordt nu onderzoek gedaan hoe voorkomen kan worden dat dergelijke vonken ontstaan. Maar de werkelijke reden – de klimaatverandering – is natuurlijk veel belangrijker om aan te pakken.
Op het moment van schrijven zijn er zo’n 300 natuurbranden in Brits Columbia, waarvan de grootste ruim 400km2 groot is, ongeveer 2x de oppervlakte van Amsterdam. Ik denk dat het komt doordat we hier omringd zijn met natuur, maar de gevolgen van de klimaatverandering zijn hier veel tastbaarder dan in Nederland. En daarmee ook de zorgen over de gevolgen…
Wat hebben we echt nodig?
In mijn vorige blog had ik het al over het leven ‘off grid’ en de gevolgen daarvan. Maar als je alleen een tent en een kayak hebt en omringd bent door de natuur, blijkt hoe weinig je eigenlijk echt nodig hebt.
Dat je – juist door het ontbreken van spullen – ineens een prachtige sterrenhemel ziet (geen verlichting), ’s ochtends wakker wordt met tientallen vogels die je nooit eerder hebt gehoord (geen verkeerslawaai) en een hele dag bezig kan zijn met het afspeuren van de kustlijn naar (zee)dieren.
En dat de kinderen spontaan vergeten te vragen of ze Minecraft mogen spelen op de iPad, omdat ze zich vermaken met het plukken van zeekraal en zeewier en dat vervolgens ook nog willen klaarmaken voor het avondeten.
Natuur
Natuurlijk draagt het tijdelijke karakter van de vakantie eraan bij dat we dit zo ervaren. Maar tegelijk zit er voor mij een kern in die belangrijk is:
We zijn onderdeel van de natuur en voelen ons er sterk mee verbonden. Voelen ons gelukkiger en gezonder als we er tijd doorbrengen. Maar we zijn ons daar te weinig bewust en daardoor de verbinding steeds meer aan het verliezen. Weten daardoor ook niet goed meer hoe we ermee om moeten gaan.
Dubbel gevoel
Het was een fantastische vakantie, maar ik hou er wel een dubbel gevoel aan over. Want de impact van de klimaatverandering is ineens zo tastbaar en zichtbaar geworden.
En als je dan thuiskomt en ook nog hoort over de extreme regenval in Limburg, België en Duitsland en de heftige gevolgen daarvan, is het meer dan duidelijk dat het klimaat inmiddels echt aan het veranderen is. En dat wij dit veroorzaken.
Ontwerpen voor de toekomst
We zullen nog veel radicaler moeten gaan samenwerken met de natuur om het niet nog meer uit de hand te laten lopen. En in onze ontwerpen veel meer dan we nu doen ondertussen rekening moeten gaan houden met toenemende extremen.
Bijvoorbeeld door natuurinclusief en dampopen te ontwerpen en bouwen. En natuurlijke, biobased materialen toe te passen die CO2 opslaan in plaats van uitstoten.
Gebouwen maken die energie opwekken in plaats van gebruiken. En ons veel bewuster maken van ons energiegebruik. We zullen circulair, maar vooral veel flexibeler moeten bouwen waardoor gebouwen veranderend gebruik en klimaatverandering veel beter op kunnen vangen. En daardoor een veel langere levensduur hebben. En vooral bouwen aan een inclusiever samenleving die dichter bij de natuur staat. Ik denk dat we zo die verbinding met de natuur die we tijdens onze vakantie voelden ook in onze gebouwen kunnen creëren en ons nog gelukkiger en gezonder kunnen gaan voelen.
Samen bouwen aan een inclusieve samenleving die dichter bij de natuur staat. Een mooi vooruitzicht!